Met al haar gezellige winkelstraatjes, vele koffietentjes en restaurants, mooie oude centrum en het strand op steenworp afstand is Haarlem absoluut een bezoekje waard. Iets wat ze in de tweede helft van de negentiende eeuw eigenlijk ook al wisten. Alleen toen was het vooral de kunstcollectie van de stad die bezoekers trok, en dan specifiek de schilderijen van Frans Hals.
Hals, in zijn eigen tijd een gerespecteerd kunstenaar, had in de achttiende eeuw te kampen met een slecht imago. Zijn impulsieve en wilde schilderstijl werd niet langer op waarde geschat. Totdat kunsthistoricus Théophile Thoré-Bürger halverwege de negentiende eeuw zijn lezers opriep toch nog eens goed naar het werk van Hals te kijken. ‘Schilders zoals Manet, Van Gogh en Lieberman gaven gehoor aan zijn oproep en zagen wat Thoré-Bürger zag: een schilder die precies die losse toets had die zij zelf probeerden te perfectioneren. Ruim 200 jaar na zijn dood groeide Hals uit tot een soort idool en Haarlem tot een soort bedevaartsoord voor kunstenaars’, vertelt directeur van het Frans Hals Museum Ann Demeester.
Wederzijdse invloed
‘De impressionisten zagen twee dingen in het werk van Hals die ze herkenden: zijn directe, losse toets waarbij de verfstreken niet altijd in elkaar overvloeien maar los naast elkaar staan en zijn onderwerpkeuze. Hals was een van de weinige schilders uit de Gouden Eeuw die gewone mensen zoals vissersjongens of prostituees portretteerde zoals ze waren. Hij schilderde geen typetjes, maar maakte echte portretten van ze en daarin was hij uniek.’
Met de tentoonstelling ‘Frans Hals en de Modernen’ wil het Frans Hals Museum laten zien hoe Hals en de impressionisten door elkaar zijn beïnvloed. ‘Zonder de impressionisten was Hals misschien wel meer in de vergetelheid geraakt. Zij hebben hem duidelijk weer op de kaart gezet en daarmee onze perceptie van hem bepaald. En andersom zouden schilders als Courbet, Singer Sargent of Manet zonder Hals niet zijn wie ze waren. Sommigen van hen kwamen ook echt naar Haarlem. Niet alleen om te kijken maar ook om het werk te kopiëren. Het maken van een kopie was een standaard manier om te leren van een oude meester.’
Hals versus de impressionisten
Die kopieën vormen de start van de tentoonstelling. ‘We beginnen heel letterlijk, door ze naast het originele werk te hangen. Zo kun je precies zien wat ze hetzelfde doen en wat de verschillen zijn. Daarna wordt de vergelijking steeds wat abstracter, meer op gevoelsniveau. Schilderijen waarbij de compositie duidelijk door Hals is geïnspireerd of waarbij de kunstenaar alleen bepaalde elementen van hem heeft geleend. We eindigen met fotografen zoals Stieglitz en Nadar, die hun poses afleidden van 17e eeuwse schilderkunst, waaronder Hals. Zijn invloed reikte dus verder dan alleen binnen de schilderkunst. Niet zo gek, want er zijn in de kunsten geen eilandjes. Kunstenaars kijken altijd naar elkaar, overal en door alle tijden – en disciplines – heen.’
De collectie van het Frans Hals Museum is vooral heel sterk in de groepsportretten van Hals. Om ook andere aspecten uit zijn werk te kunnen belichten zullen er, naast bruikleen van onder andere Van Gogh, Manet, Monet, Singer Sargent, Mary Cassat, Ensor, Courbet en Liebermann, ook werken van Hals te zien zijn die niet eerder in Haarlem hebben gehangen. ‘Als museum geven we natuurlijk veel historische informatie, maar het is toch vooral de bedoeling om bezoekers uit te dagen zelf goed te gaan kijken. Welke overeenkomsten zie je zelf? En welke versie heeft je voorkeur: het origineel van Hals of misschien toch die kopie van Ensor? Dat kan natuurlijk. We hopen echt dat mensen het museum verlaten met een hernieuwde blik op Hals. Dat ze niet alleen met respect en bewondering naar hem kijken, maar ook met verbazing. Een beetje zoals de impressionisten dat ook deden.’
Gouden straatjes
En als je dan met die frisse blik op Hals weer door het centrum wandelt, doe dan vooral ook het Teylers Museum nog even aan. In het oudste museum van Nederland zijn deze winter 33 originele schetsen van Leonardo da Vinci te bewonderen. Je loop er zo naar toe via de Gouden Straatjes van Haarlem. In de historische pandjes vind je de leukste winkels op het gebied van mode, sieraden, kunst en interieur.
Goed eten en drinken kan je in Haarlem trouwens ook prima. Schuif voor de lunch bijvoorbeeld aan bij Pieck in de Warmoesstraat of bij Spaarne 66, met prachtig uitzicht op de Melkbrug en de Gravestenenbrug. Haarlem heeft van oudsher een brouwtraditie en brouwerij Jopen heeft originele recepten nieuw leven ingeblazen. Hun populaire speciaalbieren proef je in de Jopenkerk, een oude kerk die van binnen is getransformeerd tot brouwerij en café-restaurant. Na de borrel nog even een hapje eten in een van de vele restaurants rond de St.-Bavokerk, die met het Müllerorgel dat nog bespeeld is door Händel en Mozart eigenlijk ook een bezoekje waard is.
Jubileumjaar
De dag cultureel afsluiten kan in de Toneelschuur of de Stadsschouwburg. Voor beiden is 2018 een bijzonder jaar. De eerste opende precies 50 jaar geleden haar deuren voor het publiek en viert dit met feestelijke randactiviteiten zoals workshops en live talkshows. De Stadsschouwburg bestaat 100 jaar en heeft een bijzondere jubileumprogrammering samengesteld.
Genoeg te doen dus in Haarlem, en dan hebben we het nog niet eens gehad over museum van de geest Het Dolhuys, de vele galerieën en de prachtige hofjes die de stad rijk is. Hotel ML heeft prachtige kamers met uitzicht op de St.-Bavokerk, voor hen die besluiten er toch maar een weekendje weg van te maken.
dit artikel verscheen in Muze 2018 #4