Overleden jurken en op maat gemaakte bustes

Achter de schermen: Centraal Museum Utrecht

Tentoonstelling Uit de Mode zet de bijzondere collectie én de modeconservator in de spotlights.

Het Centraal Museum viert deze zomer het honderdjarig bestaan van het beroep modeconservator met de tentoonstelling Uit de Mode. Huidig modeconservator van het museum, Ninke Bloemberg, opent speciaal voor K&C de deuren van het depot.

Niets aan het grijze kantoorpand in Utrecht doet vermoeden dat hier de mode- en kostuumcollectie van het Centraal Museum wordt bewaard. Alleen het gesprek over japonnen en paspoppen in de vergaderruimte verraadt dat we in het depot zijn. ‘We zijn hier bezig met een soort generale repetitie van de tentoonstelling. Alle kledingstukken worden op een paspop gezet om te kijken of ze passen. Historische kleding heeft vaak een ander silhouet dan we nu kennen. Dat vraagt regelmatig aanpassingen aan bustes en tailles van poppen’, licht modeconservator Ninke Bloemberg toe.

De mode- en kostuumcollectie van het museum loopt grofweg van midden achttiende eeuw tot nu en bestaat uit meer dan 10.000 stukken. Die worden allemaal hier bewaard: liggend in zuurvrije kartonnen dozen of aan de hanger in een van de vele kasten. De expositie Uit de Mode geeft een inkijkje in deze bijzondere collectie door ruim honderd iconen te belichten. Daarnaast is het in 2017 precies honderd jaar geleden dat jonkvrouw Carla de Jonge door het Centraal Museum werd aangesteld als eerste betaalde modeconservator van Nederland. ‘De Jonge is erg belangrijk geweest voor de ontwikkeling van onze kostuumcollectie, daarom is haar werk het vertrekpunt voor Uit de Mode.’

Bij het samenstellen van de tentoonstelling worden belangrijke kledingstukken die ooit door De Jonge zijn verworven, aangevuld met hedendaagse ontwerpen van onder anderen Iris van Herpen en Ronald van der Kemp. Van de laatstgenoemde heeft het museum recent een jurk gekocht met Toile de Jouy print. ‘Misschien moeten we daar straks deze rok met bijpassende print uit de achttiende eeuw naast hangen’, denkt Bloemberg hardop. ‘Kennis overdragen is een belangrijke taak van een modeconservator. En dus proberen we bij elk stuk context te geven. Wie waren de maker en de drager? Maar ook: wat is de link tussen heden en verleden? Aansluiting zoeken bij de actualiteit speelt ook altijd een rol, omdat dit de afstand tussen onderwerp en bezoeker verkleint.’

Er zullen ook niet eerder tentoongestelde stukken te zien zijn, zoals een japon van blauw en goudgeel fluweel met diepblauwe sleep uit de negentiende eeuw. ‘Deze japon heeft wat aandacht nodig van onze restauratoren, maar is straks weer klaar om te stralen voor het publiek’, zegt Bloemberg terwijl ze naar de jurk wijst die tussen de stellingkasten staat opgesteld. Ze haalt een kartonnen doos van de plank. ‘Deze jurk is daarentegen overleden. Ze is niet meer te redden. Gelukkig kunnen we haar wél laten zien, maar dan liggend in plaats van op een pop.

Voor geïnteresseerden in textielrestauratie wordt er tijdens de tentoonstelling een speciaal atelier ingericht waar live over de schouders van restauratoren kan worden meegekeken. Naast kijken, kun je straks ook doen: katoenen replica’s liggen klaar om door bezoekers op de pop gezet te worden. ‘Onderschat dat klusje niet. Wij zijn soms dagen bezig met een enkel kledingstuk.’

Uit de Mode is van 8 juli t/m 22 oktober 2017 te zien

Centraalmuseum.nl